Regen

Ik zit in de auto op weg naar een plaats in Limburg .Het is noodweer en daar had ik niet op gerekend. Omdat ik een grenzeloos vertrouwen heb in het weerkundig instituut die zon en een matige wind heeft voorspeld, heb ik geen regenjas, paraplu of petje bij me. Zelf de kam waarmee ik mijn piekerige haar in fatsoen kan brengen als ik totaal verregend de bühne op moet, ligt thuis op het nachtkastje. Hier en daar staat en auto langs de kant van de weg omdat de chauffeur een gezinnetje heeft en verder rijden onverantwoordelijk vindt .Mijn medepassagier die een dagje mee gaat, zit zwaar in de zonnebrand-olie naast me en draagt een zonnebril. Op mijn verzoek heeft hij zijn bermuda verwisseld voor een spijkerbroek Omdat we met de stroom meedrijven, moet de verkleed -partij in mijn wagen plaats vinden. Alles gaat goed totdat ik plotseling moet remmen voor een overstekende zeilboot die voor de wind richting B. gaat. Er staan nu twee afdrukken van schoenmaat drieënveertig in het plafond van mijn riante middenklasser. Een Duitse toerist staat watertrappelend bij een praatpaal waarvan het topje nog net boven het water uitsteekt. Omdat ik ooit reddend zwemmen heb geleerd leg ik aan bij een lantaarnpaal en samen met mijn vriend zwemmen we richting toerist die aan het eind van zijn krachten is. Het blijk en hondentrimmer uit Beieren te zijn die niets vermoedend naar Nederland is afgereisd voor een bijscholings -weekend in Purmerend. Met veel moeite hijsen we de ongelukkige aan boord van mijn auto en na mond op mond beademing mijnerzijds, vertelt de man met horten en stoten wat hem is overkomen. Op de rijksweg tussen U en Den B. wilde hij een lifter meenemen, stopte en ontdekte toen dat de persoon in kwestie een brugwachter was die een zeiljacht stond uit te wuiven. De man is vreselijk over zijn toeren en wil onmiddellijk terug naar huis. Ik leg hem uit dat het onmogelijk is onder de huidige omstandigheden en kalmeer hem met een pepermuntje. Na een half uur kom ik een vrachtwagen tegen die richting Duitsland drijft .Met voor vier sigaretten krijg ik de chauffeur zo ver dat hij de man uit Beieren meeneemt . Opgelucht zie ik dat de Duitser gehuld in een warme deken nog even naar me zwaait en naar het Oosten verdwijnt.
Als ik mijn tocht wil vervolgen voel ik plotseling dat iemand mij hard door elkaar schudt. Ik word wakker en mijn vriendin die naast me ligt vraagt waarom ik lig te watertrappelen in bed.
'Volgens mij heb je vreselijk liggen dromen 'zegt ze.
Ik loop naar het raam en kijk naar buiten. Het is zeven uur en de lucht is strak blauw.
'Zou het vandaag nog gaan regenen?' vraag ik.
'Dat hebben ze niet voorspeld' hoor ik vanuit de badkamer.
Twee uur later rij ik weg voor een optreden bij de zomertruuk.
In de bagageruimte van mijn auto liggen zwemvliezen, een tent, twee wollen dekens, een pak gevulde koeken en wat handdoeken.
Nadat ik een uur heb gereden begint het plotseling vreselijk te regenen.
Bart Boos die naast me zit, kijkt verbaast naar de donkere lucht en zegt' Daar begrijp ik nou geen barst van. Vanmorgen op de radio voorspelden ze een droge warme dag met veel zon. Snap jij dat Luik?'
ik kijk hem aan en begin zacht te neuriën.
Even later zie ik de eerste wagens langs de weg staan omdat er bijna niet meer valt te rijden. De weg lijkt wel een rivier en Bart die al die tijd met zijn zonnebril op naast me heeft gezeten, doet het ding af en zegt: 'Die heb ik voorlopig niet meer nodig.'
De ruitenwissers proberen te redden wat er te redden valt maar het is onbegonnen werk.
'Zullen we maar even stoppen?' vraagt Bart.
'Nee' antwoord ik.'We moeten doorrijden. Anders haalt die Duitse toerist het niet.'
Boos kijkt me verbaast aan en mompelt 'Die is gek geworden.'
En terwijl ik met moeite de wagen op de weg kan houden wacht ik geduldig op het moment dat iemand me door elkaar schudt en vraagt waarom ik in bed lig te watertrappelen.

Rij en slaap voorzichtig, denk aan mij

Will

<< terug